Onoplettendheid, concentratieproblemen, makkelijk afgeleid zijn, verstrooid en vergeetachtig. ‘Unfocus’, iedereen heeft het bij tijd en wijle wel eens. Voor mensen met ADD, al dan niet met de H van hyperactiviteit, is het echter eerder regel dan uitzondering. Het maakt het leven met ADD regelmatig lastig, voor jezelf en voor je omgeving. Er schuilt echter óók een kracht (een gave) in, die je vrij kan maken.


In dit artikel ontvouw ik mijn visie op wat “Attention Deficit Disorder” wordt genoemd.
Een visie die fundamenteel ingestoken is vanuit een spiritueel en positief mensbeeld.
Het vormt de basis voor mijn Zijnsgeoriënteerde benadering van ADD/ADHD coaching.

 

De neurobiologische basis van ‘onoplettendheid’

Unfocus is zoveel meer dan onoplettendheid (en van het daarmee samenhangende moeite met plannen, organiseren en prioriteren), maar wortelt in dezelfde neurologische basis. Deze is gelegen in de prefrontale cortex.

Hier vinden de zogenaamde executieve functies plaats. Denk aan het vermogen bewust je aandacht te richten, te leren, hoofdzaken van bijzaken te scheiden. Ook: dingen in je bewustzijn (lees: werkgeheugen) laden en weg te schrijven naar je langetermijngeheugen. Of juist buiten het bewustzijn houden. Verder vindt hier de ‘doorschakeling’ naar bewuste, doelgerichte activiteiten plaats.

Bij mensen met ADD (Attention Deficit Disorder) is de effectiviteit van dit belangrijke hersendeel verminderd. Dit lijkt te komen doordat de zenuwcellen in dit gebied hun signalen minder goed aan elkaar doorgeven. Ook is het werkgeheugen gevoeliger voor verstoring, waardoor het hapert of inhoud makkelijker verloren raakt.

Dat is bij uitstek vervelend in een hersengebied waar juist volop wordt geschakeld tussen alle verschillende hersendelen. Overigens, ook het stratium zou vergelijkbare afwijkingen vertonen. Dat is een tweede netwerk in het brein dat in verband staat met planning, aandacht en timing.

Je moet het zo zien dat de centrale meld- en regelkamer minder bereikbaar is. Boodschappen komen vaak alleen maar dóór, door deze ‘met extra overtuiging’ aan te bieden. Of door de boodschap maar lang genoeg te herhalen.


Gabor Maté beschrijft in zijn boek Scattered Minds hoe deze afwijkende neurologische ontwikkeling verklaard kan worden vanuit aanpassing aan vroegkinderlijke  stress. Wil je weten hoe – en hoe dit inzicht gebruikt kan worden om de kracht van unfocus vrij te maken? Lees dan ook eens mijn recente artikel:

Het artikel opent in een nieuw tabblad – kan je dit eerst uitlezen.


De gave

Dat klinkt nogal hopeloos vanuit een opvatting waarin die centrale meld- en regelkamer als essentieel wordt gezien. De effecten ervan kunnen erg vervelend zijn en je functioneren danig in de weg zitten. Toch herkennen veel ADD/ADHD-ers voor wat betreft hun atypische vorm van aandacht ook diverse voordelen in hun afwijkende ‘neurodesign’. We noemen er een paar:

  • Associatievermogen en creativiteit – het vermogen om dingen vrij te kunnen relateren aan een veel breder veld van kennis en ervaring en op die manier dingen vanuit verschillende, vaak verrassende perspectieven te kunnen bezien of oplossingen te vinden;
  • Humor en ironie – het vermogen om jezelf en anderen los te maken van het vanzelfsprekende en op andere, meer vrije gedachten te brengen;
  • Scherpte – het vermogen om pijnlijk eerlijk (naar jezelf en de ander) omhaal van woorden te scheiden van wat echt belangrijk is. De Amerikaanse psychologe en ADHD deskundige  Lara Horos-Webb noemt dat de innerlijke ‘cut the crap’ censor. Je zou het, net zo Amerikaans, ook de ‘where’s the meat sensor’ kunnen noemen;
  • Interpersoonlijke intuïtie – het vermogen om je gaande een conversatie of vergadering te richten op wat er nog meer van belang is: wat de ander echt beweegt, hoe zij is, hoe zij zich voelt, hoe de relatie is. Misschien is wat de “interpersoonlijke intuïtie” ons op dat moment te zeggen heeft (voor iets in ons) net even belangrijker dan te horen wat er exact gezegd wordt.

Er zijn nog veel meer ‘gifts’ te noemen, waarvan unfocus niet de minste is, maar daarover verderop meer. Vooralsnog verwijs ik in dit kader graag naar (ervarings-) deskundigen als Thom Hartmann (zie zijn boek Attention Deficit Disorder: A Different Perception) en de eerder genoemde Lara Horos-Webb (bijvoorbeeld in haar boek The Gift of Adult ADD).

Afgestemd op … wat en hoe?

De laatste nuanceert ‘aandachtsstoornis’ als “that we are not paying attention to what we are ‘supposed’ to be paying attention to, as defined by the demands of a situation. […] that a distracted attention may actually indicate that a person is tuned in to either his own unconscious or another’s.” (The Gift of Adult ADD, p.138).

Met andere woorden: ook als je aandacht ‘weg’ is, is die aandacht wel degelijk ergens. Vervolgens is de vraag: door wat wordt dit uitzoomen en inzoomen dan geregeld. Als het niet willekeurig, dus vanuit een centrale, bewuste meld- en regelkamer gebeurt, waar dan vandaan? Of is het ADD/ADHD brein simpelweg een casino waar soms wat goeds en vaak alleen maar ‘crap’ uit rolt?

Om die vraag te beantwoorden is het goed met andere, minder fatalistische ogen naar onze hersenen te kijken. Vanuit een meer dynamische visie die ook de spirituele dimensie van de mens in ogenschouw neemt. De dimensie van de menselijke geest of Essentie. Vanuit die optiek vormen onze hersenen niet de onwrikbare en alles bepalende bouwplaat van onze ziel. Wij zijn niet onze hersenen. Zij zijn vanuit onze geest niets meer (maar ook niet minder) dan een koppelvlak (naast het kruinchakra), instrumenteel om in de wereld te kunnen zijn en ervaringen op te kunnen doen.

Neuroplasticiteit

Het eerste argument tegen hersen-determinisme is het gegeven van neuroplasticiteit. Daaronder verstaan we het vermogen van onze hersenen om zich aan te passen, bijvoorbeeld aan veranderend gebruik. Zo heeft het impact op je hersenen als je gaat tango dansen of schermen, of als je een nieuwe vreemde taal gaat leren. Er worden nieuwe verbindingen in je hersenen aangelegd en bepaalde delen van je hersenen kunnen sterker doorbloed raken of zelfs groeien. Neuroplasticiteit zorgt er ook voor dat onze hersenen zich tot op zekere hoogte kunnen herstellen van of compenseren voor beschadiging of gebrek. Denk bijvoorbeeld aan het vermogen van blinden om de beperkingen van hun gezichtsvermogen deels te compenseren door beter te gaan voelen, horen en ruiken.

Die neuroplasticiteit neemt met het rijpen van onze hersenen (in de loop van de adolescentie) weliswaar sterk af, maar blijft toch tot op hoge leeftijd bestaan. Zolang we geestelijk maar in beweging blijven.

Aanpassing bij ADD

Ook bij AD(H)D treedt er gedurende de jeugd als gevolg van rijping en plasticiteit verandering op. Het is geen statisch gebeuren.

Een interessante illustratie is bijvoorbeeld dat bij jongere kinderen met ADD er sprake is van een verstoorde synchroniciteit tussen de twee belangrijkste neurale netwerken in de hersenen:

Het DMN is normaliter actief als we niet iets bijzonders doen. Zeg maar als we een beetje aan het lummelen, associëren, herinneringen ophalen, ‘filosoferen’ en dagdromen zijn. Het staat in principe altijd aan zolang we wakker zijn. Tot we echt (taak-/doelgericht) aan de slag moeten en het CEN aangezet wordt. Die omslag is normaliter volledig en automatisch. Het is normaal gesproken òf het een òf het ander. Dit automatisch en compleet omschakelen vindt echter niet plaats bij kinderen met AD(H)D. Dit wordt als oorzaak gezien voor het verschijnsel dat zij voortdurend door dat ‘lummelnetwerk’ afgeleid worden als zij taakgericht aan de slag moeten. Vooral als het minder interessant is.

Zie hiervoor het buitengewoon interessante artikel “Mind wandering perspective on attention-deficit/hyperactivity disorder”.

Netwerken

Onderzoekers van het MIT hebben nu aangetoond dat de schakel-relatie tussen beide netwerken zich spontaan kan ‘herstellen’, ook zonder behandeling. Het zou gaan om 40% van de kinderen met van oorsprong een ADHD diagnose die, als zij volwassen zijn, eroverheen gegroeid zijn. Bij volwassenen die daarentegen beperkingen blijven ervaren van hun ADHD, blijft het DMN actief, ook als zij zich op een taak proberen te richten. Het toont aan: neuroplasticiteit is een feit, óók bij ADHD. Sterker nog, het oorspronkelijke ‘aan’ blijven van het DMN zelf zou ook wel eens een vroege aanpassing kunnen zijn om het energietekort van het CEN te compenseren, zoals gesuggereerd wordt in het interessante en nuchtere artikel van Rosa van Mourik “Wat leren de neurowetenschappen ons over ADHD?”

Daar blijft het niet bij. Zo zijn er bij mensen met ADD ook tal van andere (van ‘de norm’ en van elkaar) afwijkende patronen gevonden. Zowel in de prefrontale cortex als elders in hun hersenen. Patronen waarbij sprake is van juist extra activiteit (extra verbindingen, meer doorbloeding). Deze afwijkingen zijn qua betekenis en uitwerking voor meerdere interpretaties vatbaar. Ze wijzen mogelijk op allerlei aangeboren ADHD-‘subsub’-typen. Een andere mogelijkheid is echter, van Mourik citerend, “dat dit neurale compensatiemechanismen […] zijn voor gebieden die minder goed werken.” Deze compensatiemechanismen kunnen natuurlijk meer of minder effectief zijn.

Compensatie

Het artikel van Van Mourik geeft verder aan dat mensen met ADD en ADHD onderling enorm verschillen in de mate van effectiviteit van functioneren. Een verscheidenheid die in belangrijke mate overlapt met die van ‘gewone’ mensen. Alleen doorgaans anders, met andere omgevingseisen, en deels met extra moeite. Bepalend daarvoor is niet alleen de mate van de ‘oorspronkelijke afwijking’. Ook de mate waarin mensen zich in de loop van de tijd alsnog ook neurologisch weten te ‘optimaliseren’ kan dus een factor zijn.

Dat dat mogelijk is bewijst wel, dat naar schatting tussen de eenderde en de tweederde van de kinderen met ADD/ADHD daar dusdanig ‘overheen groeit’, dat zij als volwassene er geen last meer van hebben. Zij houden wel symptomen, maar alleen nog in lichte mate. Dat ‘eroverheen groeien’ is ook rekbaar in de tijd. Voor zover neuroplasticiteit daar een factor is: deze neemt na de adolescentie zoals gezegd weliswaar sterk af, maar blijft zoals gezegd toch altijd tot op hoge leeftijd bestaan. Dat is een hoopvol gegeven.

Anderzijds, traumatische ervaringen kunnen de mogelijkheden daartoe extra compliceren. En op volwassen leeftijd kan chronische stress of burn-out succesvolle compensaties minder werkzaam maken. De balans tussen prefrontale cortex en het (limbische) emotiesysteem raakt dan tenminste tijdelijk zoek. Zie ook mijn artikel over de limbische verklaring van burn-out. Dit kan een belangrijke reden zijn, waarom mensen op volwassen leeftijd alsnog/opnieuw klachten krijgen en gediagnosticeerd worden.

Wie is de hersenen de baas?

Samenvattend, de neurologische basis van ADD lijkt dus toch minder statisch en alleen bepalend te zijn dan we mogelijk denken.

Dat brengt ons bij de stelling, dat het onze geest of Essentie is die ons (als diens belichaming) via onze hersenen (en kruinchakra) probeert af te stemmen op onze spirituele intentie. Dat wil zeggen: op wie we werkelijk en ten volle zijn, wat we werkelijk willen, wat werkelijk belangrijk is. Op wat we te geven hebben.

Wij gaan er hierbij van uit, dat het onze opdracht als mens is om het kostbare, het licht dat wij in ons dragen in de wereld (tot rijping) te brengen. Te manifesteren. Dat doen we door mens te zijn, ondanks of juist door alle pijn en beperking die dat met zich meebrengt. Dus inclusief ons ‘neurodesign’. Als dat niet via een ‘normale’ centrale meld- en regelkamer kan, dan maar via een omweg – door gebruikmaking van diezelfde neuroplasticiteit. Hoe zou dat er dan theoretisch uit kunnen zien?

De parallelle of netwerkcomputer

Het een en ander kan misschien het beste inzichtelijk gemaakt worden door de metafoor van de computer te gebruiken.

De ‘normale’ huis-tuin-en-keuken computer heeft ook zo’n centrale meld- en regelkamer met een centraal werkgeheugen. We noemen die de centrale verwerkingseenheid of CPU (core processing unit). De rest van de computer bestaat uit gespecialiseerde apparaten die centraal aangestuurd worden.

Computers zijn van oorsprong gebouwd naar hoe wij denken dat het er in ons hoofd aan toe gaat. Dat is dit centralistische model. Maar omgekeerd werkt dat niet. Blijkbaar functioneren mensen met ADD, dus mèt een zwakke CPU, vaak toch heel best. Ook mèt ADD is een hoge mate van intelligentie en effectiviteit mogelijk.

Nou zijn er ook computerarchitecturen in opkomst die gebaseerd zijn op het ontbreken van een centrale CPU. Waar de intelligentie ‘gedistribueerd’ is over een veelvoud aan parallel geschakelde en samenwerkende processoren en slimme subsystemen. Als er werkelijk sprake is van coördinerende intelligentie tussen en over die processoren heen, dan zijn er buitengewoon krachtige prestaties mogelijk. Big data, slimme algoritmes, neurale netwerken, ze zijn allemaal gebaseerd op een architectuur zonder de flessenhals van één CPU.

Het bijzondere is, dat ons brein feitelijk zo’n gedistribueerde, ‘massive-parallel processing‘ machine is. Dat karakter wordt door ons dagbewustzijn, feitelijk door onze executieve functies, juist gemaskeerd. Dat doet het door bijna alles wat er onder die motorkap gebeurt weg te filteren.

Decentrale intelligentie

Kijken we dan wat ruimer naar het ADD brein, dan zien we een hoop potentie voor ‘decentrale intelligentie’. De centrale schakelkast in het voorhoofd mag dan zwakjes zijn, zowel qua rekenkracht als qua stabiliteit. Daar staat echter een nog altijd rijke ‘uitvoering’ van bijvoorbeeld ons sensorische, visuele en emotionele systeem tegenover: tientallen miljarden neuronen, met een overdaad aan verbindingen – onderling, maar ook met de wijsheid van het hele lichaam.

Een deel van het verkeer vanuit deze delen wordt hier ‘opgehouden’, omdat het zijn informatie (nog) niet aan de CPU (onze prefrontale cortex) kwijt kan. Daar is decentraal dus blijkbaar wel capaciteit voor. Dat vormt de basis voor een vorm van ‘nog-onbewust bewustzijn’ waar we wat mee kunnen. Als we het aangrijpingspunt van ons bewustzijn nu maar (deels) konden ‘verlagen’ of ‘verdiepen’, van ons prefrontale dagbewustzijn naar deze ‘lagere’/’diepere’ regionen van intelligentie en weten.

Voorbewustzijn

De meeste processen die in onze verder naar achteren en binnenin liggende hersendelen plaatsvinden, verlopen onbewust – en dat moeten we ook vooral zo houden. Maar deels herbergen deze wat Freud en latere psychologen het voorbewustzijn noemen.

Psychologen definiëren bewustzijn als het proces waarmee wij een mentaal model creëren van onze ervaringen, van onszelf en de wereld. Men gaat ervan uit, dat dit primair in die vermaledijde prefrontale cortex gebeurt. Hier wordt gedacht, onthouden, gepland, overzicht bewaard, prioriteit gegeven, aandacht gegeven.

Het bewustzijn – en daarmee onze CPU – gebruikt daarvoor het ‘voorbewustzijn’ als een reservoir aan beschikbare herinneringen en opgeslagen kennis. Het schrijft nieuwe ervaringen en kennis daar ook weer heen terug. Daaronder ligt het onderbewuste – datgene waar we niet bij kunnen, omdat het door ons dagbewustzijn (onze executieve functies) wordt weggefilterd. Gelukkig maar, want anders zouden we overweldigd worden en tot niets meer in staat zijn.

In dit wegfilteren spelen processen in ons voorbewustzijn ook een rol. Freud plaatst in dit voorbewustzijn bijvoorbeeld processen die te maken hebben met ons zelfbeeld (Ego) en met het superego (ook wel: de Innerlijke Criticus, het geweten). Beide ‘entiteiten’ verhinderen dat wij dingen doen (denken, voelen) waar ons zelfbeeld of onze innerlijke criticus niet zo blij mee is.

Zowel het voorbewustzijn als het onderbewustzijn hebben niet de seriële beperking van het dagbewustzijn. Zij verwerken massaal-parallel en kriskras door onze hersenen -, en via ons centrale zenuwstelsel, door ons hele lichaam heen.

Het ADD brein als massaal-parallel

Hoe zou het zijn als onze hersenen uit zichzelf een verzwakte functie van onze CPU zouden kunnen compenseren? Als we het model zouden volgen, dan zou dat zijn door intelligentie aan te boren en te ontwikkelen in met name ons voorbewustzijn. Het zou een vorm van vervangende of aanvullende intelligentie zijn. Het zou bovendien een vorm van intelligentie zijn, die enerzijds net zo “massively-parallel” en non-lineair is als ons onderbewustzijn. In samenwerking met een zwakke regulering in de CPU, zou dat een werkbaarder niveau van coördinatie en bewustzijn op moeten kunnen leveren. Als we de computer die ons brein is nu maar goed konden begrijpen, ‘aanvoelen’ en inregelen.

Medicatie

We kunnen dat natuurlijk proberen op te lossen, door smeerolie in het complexe raderwerk van onze CPU (of beter: de DMN/CEN switch) te gooien, met medicijnen als methylfenidaat of dexamfetamine. Deze stimuleren de overdracht van neurotransmitters in de hersenen, vooral in de prefrontale cortex. Gebruik van dergelijke medicatie vermindert tijdelijk de chaos in het hoofd, er komt meer helderheid, aandacht, focus. Ook de hyperactiviteit en impulsiviteit nemen erdoor tijdelijk af. Dat is vooral fijn voor zwaardere gevallen, die zonder medicatie echt een zwaar leven hebben.

Aan de andere kant, medicatie biedt slechts een deeloplossing. Op existentieel vlak (die van de zelftwijfel) brengt het op zich je nauwelijks dichter bij zelfacceptatie. Zonder verdere begeleiding bevestigt medicatie eerder dat je ‘ziek’ zou zijn en voor altijd afhankelijk zal blijven van medicijnen. Na lang gebruik leiden zij ook nog eens tot gewenning. En dan hebben we het nog niets over de bijwerkingen, waardoor veel mensen na verloop van tijd de medicatie weer stopzetten. Bovendien zijn er signalen dat door dergelijke medicijnen de neuroplasticiteit van de hersenen juist afneemt (tenminste bij gezonde proefpersonen).

Onze belofte inlossen

Vooral dat laatste staat haaks op onze opdracht – niet om ‘normaal’ te worden, maar om de belofte, de gave die óók in je neurodesign schuil gaat, in te lossen. Die vraagt juist om ontwikkeling van onze neurologische bouwplaat als geheel. Door aan te sluiten op en prikkeling van onze ingebouwde neuroplasticiteit en ons verlangen naar zelfverwerkelijking. Teneinde onze spirituele intentie: het Kostbare dat wij als mens de wereld te bieden hebben, tot actualisatie te brengen. Daar horen de gaven bij die juist in het neurodesign van ADD verscholen gaan.

Dat illustreer ik graag aan de hand van één van die gaven die in ‘onoplettendheid’ schuil gaat. Dat is een bepaald denk- en voelvermogen dat ik in mijzelf ervaar en dat ik ook zie in andere mensen met ADD/ADHD. Mensen die ‘ondanks’ (lees: dankzij) hun aanleg best redelijk geslaagd zijn in hun leven, juist dankzij deze gave.

Unfocus

Mensen met ADD hebben namelijk niet alleen het bijzondere vermogen tot hyperfocus, maar ook tot unfocus. Unfocus komt neer op een zeer losse manier van aandacht geven. Eigenlijk plaats je een of meerdere onderwerpen die je aandacht vragen in of tegen het voorbewustzijn aan.

Chris Bailey, expert op het gebied van mentale productiviteit schrijft daarover in zijn boek Hyperfocus. How to Be More Productive in a World of Distraction: “Surprisingly, I learned that one of the best practices for fostering my creativity and productivity was learning how to unfocus. By paying attention to nothing in particular and letting my mind wander […] I found that I became better at making connections between ideas and coming up with new ones.”

Hij legt uit, dat simpele beslissingen gebaat zijn bij logische stappen om tot een oplossing te komen. Dit geldt echter niet voor complexe beslissingen of oplossingen. Die zijn met gedisciplineerde logica en aandacht niet te kraken. Deze vragen meer creativiteit in het samenbrengen en weven van een web van samenhangende ideeën. Dit vraagt méér dan logica en ratio.

Juist door je aandacht er losjes op te leggen en rond te laten dwalen, zet je tussen de bedrijven door je onderbewuste aan het werk. Hier gaat het werk door en presenteert je verrassende en creatieve inzichten. Zowel via ‘invallen’ als via gebeurtenissen of waarnemingen die je metaforische geest ‘opvallen’ om je te inspireren.

Laat dat nu net één van de gaven van ADDers zijn die achter ‘attention disorder’ schuil gaan. Het stelt je in staat om langdurig verschillende mentale processen te laten doorlopen door diverse fasen en niveaus van bewustzijn heen. Hierbij wordt vrijelijk, zonder de beperkingen van het dagbewustzijn, geassocieerd met de volle rijkdom van je herinneringen. Tegelijk maak je gebruik van het massaal-parallelle vermogen van je voor- en onderbewuste.

Een groep dolfijnen

Zie de verschillende bewustzijnssporen als een groep dolfijnen, waarvan er steeds een of twee boven water zijn. De rest zwemt half in of onder het water. Zie het wateroppervlak als de grens tussen het volle dagbewustzijn en het onderbewustzijn: het is net zo makkelijk te doorbreken. Het is feitelijk grotendeels de diffuse zone van het voorbewustzijn. Het voorbewustzijn is in zo’n staat eigenlijk het meest dominante en intelligente deel van het bewustzijn geworden. Het is daarbij gevoelig voor prikkels en informatie vanuit beide ‘werelden’: de wereld van het voelen (en het verlangen) en de wereld van het weten en denken (en de wil).

Dit beeld stelt mij persoonlijk in staat om gedurende lange tijd mijn geest te laten jagen op nieuwe artikelen en inzichten, mensen te ontmoeten èn mentaal met cliënten bezig te zijn. In verschillende modaliteiten (denken/begrijpen, voelen, gewaarworden, intuïtie) en afwisselend met bewuste aandacht of voorbewust ‘doordenken/voorvoelen’. Zelfs als ik slaap voelt het alsof die dolfijnen blijven jagen en zwemmen. Daarom werk ik graag ook ’s morgens, als ik nog een beetje in de nachtelijke flow ben. Anderen werken juist ’s avonds als hun geest deels als in de droomstand staat, om ‘in flow’ te blijven.

Zou het zijn dat ik zo op de een of andere manier mijn aangepaste Default Mode Network aanspreek?

Een wenkend perspectief

Samenvattend, drie factoren maken het plausibel dat ook volwassenen met ADD/ADHD tot op zekere hoogte hun neurodesign kunnen optimaliseren:

  • Het gegeven van neuroplasticiteit – het ingebouwde vermogen tot heling en aanpassing in wat feitelijk je koppelvlak met je lichaam en de wereld vormt: je hersenen.
  • De beschikbaarheid van enorm veel potentieel in je lichaam en brein, je onderbewustzijn en geest om daar gebruik van te maken.
  • De spirituele drang van de mens zich te manifesteren door voortdurende ontvouwing – óók van zijn neurologische design.

Dit biedt, om Joop den Uyl nog maar eens te citeren, een wenkend perspectief. Een perspectief dat bemoedigt, activeert, ‘empowert‘. De essentie van een hierop gebaseerde Zijnsgeoriënteerde benadering van ADD zou dan moeten zijn: dit vermogen en verlangen tot zelf-verwerkelijking en zelf-manifestatie actief aanspreken. Dat betekent in dit kader: je neurologische bouwplaat en je in-de-wereld-zijn op een vriendelijke manier te prikkelen en te trainen.

Niet alleen zodat je de lastigheden vanuit je constitutie tot een aanvaardbaar niveau kunt terugdringen. Wat overigens niet wil zeggen dat prefrontaal disfunctioneren hersteld kan worden en het vervolgens altijd super werkt. ‘Normaal’ word je niet en het blijft gevoelig – maar daarin ligt juist je kracht. Acceptatie en zelfcompassie horen daar ook bij – dat dit nu eenmaal de keerzijde van al jouw moois is.

Maar ook, dat je je volle potentieel als mens, dat waarmee je geboren bent, tot bloei kunt brengen. Je belofte aan de wereld waar kunt maken. Een belofte, een gave, die in je sluimert. Denk daarbij aan de gaven van creativiteit, interpersoonlijke intuïtie en empathie, beschouwelijkheid (of juist energie en uitbundigheid – bij ADHD), transformatie en innovatie, en ondernemendheid. Om er maar een paar te noemen. Het zou een proces zijn dat hoe dan ook positief kan uitwerken op je welbevinden en je gevoel van levensvervulling.

De sleutel: zelfacceptatie

Het mag duidelijk zijn, dat dit niet vanzelf ontstaat. Het is iets wat gecultiveerd en getraind moet worden, aandacht vraagt, zowel in het ontwikkelen van jezelf als qua onderhoud.

De sleutel daartoe ligt in het geduldig verruimen van je bewustzijn. Vanuit je dagbewustzijn naar het diepere weten in je lichaam en brein, naar je gevoelsleven en nog diepere lagen van je Zelf: je Essentie. Het draait daarbij niet alleen om de meditatietechnieken die je daarvoor toepast. Vooral het omzetten van een negatief zelfbeeld in zelfacceptatie en zelfliefde is daarin instrumenteel. Zelfacceptatie is voorwaarde tot overgave aan wat er zich nog meer dóór jou heen wil laten zien. Voorbij zelfacceptatie ligt dan ook èchte liefdevolle aandacht voor jezelf.

Hoe dat kan gaan, daarover gaan we verder in Deel 2 van deze reeks en vervolgens in Èchte Aandacht.

 

(c) Gerphil Kerkhof – januari 2019

 


Vooruitblik naar volgende episodes

Dit artikel in twee episodes maakt deel uit van een reeks waarin ik mijn visie ontvouw op bewustzijn, aandacht en dromerigheid, vanuit het perspectief van wat “Attention Deficit Disorder” wordt genoemd. Voor een volledig overzicht van mijn artikelen over ADD: klik hier. Komende artikelen zullen dieper ingaan op aspecten als zelfacceptatie en zelfbeeld, de kracht van verlangen, neurodiversiteit, meditatie en het waarom (niet) van uitstellen.

Wil je geen artikel meer missen? Abonneer je dan op mijn Nieuwsbrief die je persoonlijk informeert als er weer een publicatie is.

Persoonlijk geïnteresseerd in wat ik voor jou kan betekenen? Elders op deze site vind je meer informatie over wat ik te bieden heb op het gebied van therapeutische AD(H)D coaching en wat coaching bij Essential Waves praktisch voor je betekent. Of zou je er wel eens met mij over willen praten in mijn praktijk in Haarlem? Dan maak ik graag een afspraak met je voor een eerste sessie/kennismaking. Coaching kan vertrouwd face-to-face in mijn praktijk in Haarlem, maar online is ook een prima alternatief gebleken.