Innigheid in vriendschap vraagt de moed om je hart echt te openen voor de ander. De bereidheid te aanvaarden dat innige vriendschap, zeker tussen man en vrouw, kwetsbaar is en kwetsbaar maakt. Soms ook pijn zal doen, omdát het kwetsbaar is. En mede daardoor misschien wel ‘beperkt houdbaar’ lijkt. Simpelweg omdat wij beperkte menselijke wezens zijn.
En toch, en toch is het de pijn waard. Innige vriendschap biedt een zeldzame blik in het paradijs. Een glimp van de spirituele wereld van Zijn en diepe spirituele verbondenheid. Zelfs – juíst, óók – als je hart daarbij breekt. Hoe is daarmee om te gaan, met de verwonding en de afstand die dan ontstaat? En kan die ook weer helen?
“Hinter meinen Augen stehen Wasser, die muss ich alle weinen.”
– Else Lasker-Schüler – Ein Lied –
Stelling
Innige (m/v) vriendschap is een buitencategorie vriendschap die gebaseerd is op emotionele en spirituele intimiteit. Nabijheid. Nabijheid gedragen door een intens affectieve, liefdevolle band. Innigheid is daarmee tevens een koninklijke spirituele weg om vrij tot jezelf te komen terwijl je innig tot de ander komt. Bijdragend aan levensvreugde en zelfbevrijding.
Dat gaat niet altijd over rozen. Innige vriendschap confronteert je vroeg of laat noodlottigerwijs – onvermijdelijk – met de diepste lagen van je persoonlijke trauma en dat van de ander. In wisselwerking. Plotseling, herhaaldelijk – en uiterst pijnlijk.
Dat maakt innige vriendschap spiritueel zo relevant – èn tegelijk bijna onmogelijk, want het kan voortijdig exploderen. Zal dat ook kunnen doen. Tenzij je de bereidheid en het vermogen hebt ook dat aan te gaan. Je eigen trauma, en de wisselwerking met dat van de ander.
Dus: af te zien van weglopen, opbreken (of eerder al … verliefd te worden). Juist dan innig blijven terwijl je hart breekt. Het breken van je hart leren verdragen en ervaren als deel van het verder openen ervan – naar elkaar, de wereld, jezelf.
Innige vriendschap
In mijn eerdere artikel Intimiteit, als je hart ontluikt in vriendschap schreef ik over de diepe spirituele en emotionele waarde van een hechte, innige vriendschap tussen man en vrouw. Tegelijk gaf ik aan dat naast de ‘high reward’ er ook sprake is van een ‘high risk’. Ik vergeleek de ontwikkeling van een dergelijke vriendschap als een smal pad door een moeras. Van alle kanten loert het gevaar van ‘afglijden’. Niet op de laatste plaats van binnenuit, want zo’n vriendschap kan het uiterste van jezelf vragen.
Verliefdheid
Allereerst is dat natuurlijk het ‘gevaar’ van ‘afglijden’ in verliefdheid. Daar is op zich natuurlijk niets mis mee, maar kan óók tot verwikkelingen leiden die je jezelf, de ander en mogelijke partners wederzijds niet toe zou wensen. Bovendien berooft verliefdheid en de ontwikkeling van een ‘gewone’ liefdesrelatie je van de bijzondere waarde – de heerlijkheden – van een innige vriendschap.
Als de verliefdheid niet wederzijds is, niet ontvangen kan worden door jezelf of de ander, en ook niet met zachte hand teruggevoerd worden tot het pad van de innige vriendschap, dan strandt de relatie. In ieder geval voorlopig.
De heerlijkheden van innigheid
Terwijl er zoveel heerlijkheden verborgen kunnen gaan in innige vriendschap. Nu neemt dit artikel voor mij een heel persoonlijke wending. Ik schrijf dit echt vanuit mijzelf.
De innige vriendschap met mijn muze, iedere ontmoeting met haar, was/is een moment van enorme, intense blijdschap. Gaandeweg werd in die blijheid voelbaar hoezeer zij daarbij in mijn hart is.
Het gevoel dat zij als een ruwe parel in het zachtste oestervlees van mijn hart genesteld is, maakt dat ik iedere rimpeling of beweging van haar voel. Ook op afstand. Het is contact op Zijnsniveau. Het geeft flashes van ontroering die ik verder alleen van intense Zijns-sessies ken.
Dat kan opeens voelbaar zijn als ik haar in de ogen kijk. Iets wat voor mij echt intiem is en ik daarom liever vermijd (zie ook mijn artikel Oog-in-oog met mondmasker-stress). Of als onze handen elkaar even vasthouden. Het maakt zich dan fysiek voelbaar als euforie.
Openen van het hart
Gedurende de eerste maanden ging de ontwikkeling van die vriendschap gepaard met het voelbaar open gaan van mijn hart.
Nu is dat een proces dat al gaande is vanaf het moment dat ik mij berustte in mijn burn-out. Of eigenlijk al eerder: dat ik de ingeving kreeg om te gaan doen wat ik nu doe. Het verlangen om vanuit mijn hart te leven – zonder compromissen.
In deze ontluikende vriendschap ging dat in de versnelling. Ik kreeg daadwerkelijk heftige, verontrustende hartkloppingen. Niet eens zozeer als ik bij haar was of aan haar dacht, maar óók, juist óók, als ik aan het werk was. Als ik met mijn hart bij een cliënt was. Of als ik bij mijn vrouw was. Als ik aan het schrijven ging. En soms gewoon midden in de nacht. Medisch onderzoek kon geen verband aantonen met de natuurlijke en onschuldige hartritmeafwijking die ik bleek te hebben. Voor mij was het een teken van mijn gevoelshart – dat groeide, meer ruimte vroeg, maakte.
Dit openen van het hart gebeurde wederzijds. Bij haar in de zin dat zij ruimte ging – kon – maken in zichzelf voor een liefdesrelatie. Het overwinnen van haar aarzelingen en remmingen op dat vlak.
Balanceren op de rand van verliefdheid
Eerlijk gezegd was ik daar een beetje dubbel in. Ik gunde het haar zó dat zij de man van haar leven zou kunnen ontmoeten. En ik verheugde mij er al op hem óók te verwelkomen.
Tegelijk had ik moeite op het pad van de innige vriendschap te blijven. De verleiding en verwarring van verliefdheid voelde ik wel degelijk.
Toch zei ik haar de kwartiermaker te willen zijn voor de liefde van haar leven – en tegelijk voelde dat daarom ergens óók als een offer dat pijn deed. Een aanvoelen, vrezen dat, als haar hart open zou gaan voor de liefde, de ontwikkeling van onze vriendschap zou kunnen stokken. Een risico dat ik met vrees nam, een offer dat ik uit liefde en genegenheid aan haar bracht. Een kwetsbaar moment.
Anderzijds gaf onze vriendschap mij de kracht om mij uiteen te zetten met mijn eigen liefdesrelatie. Met de trouw aan mijn vrouw, maar ook met hoe ik wilde dat onze relatie was. Ook daarin hebben mijn vrouw en ik forse slagen gemaakt – zijn we enorm gegroeid. Onze harten zijn óók opnieuw, verder, naar elkaar geopend.
Innigheid als veerkracht
Ik ben er dan ook van overtuigd, dat:
- het toelaten van de intensiteit van de liefde die ik voor mijn hartsvriendin voelde; en tegelijk …
- het blijven onderkennen van de waarde van de innig-vriendschappelijke vorm ervan,
… de ontwikkeling van mijzelf, van haar en ons samen alleen maar ten goede kwam.
Het meegaan in de kracht van de innigheid maakt dat je risico’s durft te nemen om gekwetst te worden in dat intieme contact. Want dat ligt voor de hand. Als het huidje tussen je beide harten – want ook ik lag als een ruwe parel in haar hart-oestervlees – zo dun is, dan kan de minste rimpeling ook pijnlijk zijn. Daar is óók het trefvlak van onze diepste gekwetstheid en kwetsbaarheid.
De innigheid moet steeds weer sterker blijken dan de tendensen in onszelf en de ander om kwetsbaarheden toe te dekken. Om pijn te vermijden, terug te trekken, het hart weer te sluiten.
Om dat te kunnen verdragen vraagt innige vriendschap er dan ook om, om elkaar regelmatig bevestiging te geven wat je voor elkaar betekent. Oók te zeggen dat je je angstig of verdrietig voelt over hoe het gaat, ómdat je zo gehecht bent aan de ander.
Dat helpt om de wrijvingen en onzekerheden die onafwendbaar optreden, op te vangen. De band te onderhouden en al doende te versterken – ondanks alles.
Spirituele betekenis van innigheid
Deze emotionele en affectieve kant van innige vriendschap is een belangrijk aspect van de innige vriendschap. De andere kant van deze medaille is de spirituele intimiteit tussen jou en je vriend(in), die hierdoor gedragen wordt. Ziels- en lotsverbondenheid.
Dat merk je in de Zijnsvreugde die je bij elkaar kunt voelen in de ervaring van kinderlijk-hemelse blijheid bij elkaar. De zuiverheid, het twee-zielen-één-gedachte contact, de energetische ontmoeting in de omhelzing en het uitwisselen van oogcontact.
En dat merk je in de pijn die er onafwendbaar óók zal zijn – juist omdat je elkaar zo nabij bent. Groeipijn. Confrontatiepijn. De confrontatie met je eigen verwonding precies daar waar de verwonding, het trauma van de ander ook is. Als verwonde en teruggetrokken (kind-) delen in elkaar – ‘weeskinderen’ (zie ook mijn artikel Zelfbevrijding uit het Superego-complex) elkaar triggeren. Tegelijk worden dan oude overlevingsmechanismen in elkaar opgewekt om die pijn te vermijden, terug te trekken, te projecteren op de ander, etc.
Manmaking machine
David Schnarch schrijft in zijn boek Intimacy & Desire dat de duurzame monogame liefdesrelatie een ‘manmaking machine’ is. Een ‘systeem’ dat partners dwingt/stimuleert om, gefaseerd, te groeien naar een ‘Solid Flexible Self’.
In mijn ervaring geldt dat evenzeer voor de innige vriendschap. Intieme relaties haken per definitie aan op je diepste hechtingsproblematiek. Bieden daarmee óók een kans om je trauma’s op dit vlak te ontdekken, te verwerken en te transformeren.
Hoe intenser de relatie, hoe intenser de crises kunnen zijn. Hoe meer er ook een beroep wordt gedaan op de moed en de helderheid van partners/vrienden om dit aan te gaan. Op de eerste plaats met zichzelf.
Crises
Dergelijke crises, triggering en botsing van trauma’s, vinden dus evenzeer plaats bij de innige vriendschap. Misschien wel eerder en intenser dan bij de liefdesrelatie.
Enerzijds omdat er geen economisch of seksueel belang is bij de relatie. Vrienden bieden elkaar ook niet eerst lange tijd een compensatie voor elkaar zwaktes, kwetsbaarheden, fysieke en emotionele behoeften, etc. Kenmerkend voor de eerste fasen van zo’n relatie.
Tegelijkertijd worden innige man-vrouw vriendschappen juist wèl blootgesteld staan aan allerlei maatschappelijke conventies omtrent man-vrouw relaties, mannelijkheid-vrouwelijkheid en seksualiteit. Conventies die bovendien vaak deels verinnerlijkt zijn. Je moet daarom samen best sterk in je liefdevolle schoenen staan.
Anderzijds is de diepte van de innigheid – en de kracht en het vertrouwen waarmee de teerste delen van onszelf naar elkaar toegewend worden – groot. De basis hiervoor ligt in het feit dat (h)echte vrienden elkaar volkomen accepteren, zien, vertrouwen en waarderen precies zoals ze zijn. Elkaar en zichzelf in hun vriendschap niet hoeven en willen aanpassen.
Afbreukrisico
De intensiteit van gevoelde verbondenheid en tegelijk de ervaren vrijheid bij elkaar (bij jezelf blijven in elkaars emotionele en spirituele nabijheid), maakt het afbreukrisico dan ook niet te verwaarlozen. Er is een gerede kans, dat ieder verder ontluiken van het hart uitmondt in een debacle. Een breuk.
Impact van HSP en ADD: Dat afbreukrisico is extra groot als één of beide behept is met hooggevoeligheid – een hogere mate van gevoeligheid voor de eigen emoties en voor de emoties van de ander. Vooral als hij of zij bovendien ADD (zoals ik) of ADHD heeft. Bij hen wordt het altijd actieve Default Mode Netwerk makkelijk overladen met heftige, onverwerkte gevoelens en gedachtestromen. ADD-ers werken zich zo in no-time emotioneel een draaikolk in, waaruit het maar moeilijk ontsnappen is. Dat maakt AD(H)D sowieso tot een risicofactor in relaties – maar tegelijk spiritueel zo kansrijk. Zie ook mijn eerdere artikel ADD en de Liefde: op gespannen voet?
De gedachte, de vrees, dringt zich op dat zo’n vriendschap per definitie geen lang leven beschoren is. Dat uiteindelijk òf het innige verdwijnt, of dat de vriendschap überhaupt ophoudt, omdat het contact te pijnlijk wordt. Na de intimiteit volgt dan de afstand.
Hoe daar nu mee om te gaan?
Als de basis van innige vriendschap universele onvoorwaardelijke liefde is, en zo voelt het, dan kan het toch niet zo zijn, dat deze onafwendbaar catastrofaal moet verlopen? Hoe kunnen we daar dan aan ontkomen? Om die vraag te beantwoorden is het zaak nog eens precies kijken naar wat er gebeurt:
- Bij één van beiden wordt de eigen verwonding/trauma getriggerd door de ander;
- Een ermee verbonden afgesplitst en teruggetrokken deelpersoonlijkheid (‘weeskind’) wordt, samen met een bijbehorende afdekkende emotionele staat (angst, verdriet, woede, etc.), wakker gemaakt. Het zal in eerste instantie de macht overnemen – je wórdt dit kind;
- Tegelijk worden overlevingsmechanismen om de pijn van dit kind niet (meer) te hoeven voelen, geactiveerd. Ook deze kunnen dan weer de macht overnemen;
- Beide processen triggeren op hun beurt weer gespiegelde weeskinderen en overlevings-mechanismen in de ander. Zoals: de neiging je terug te willen trekken, afstand te nemen, eroverheen te kwebbelen, je te verdoven of af te leiden, toe te dekken (ook: met de mantel der liefde), te projecteren, kwaad of opstandig te worden, uit- of weg te lachen, etc.;
Deze triggeren opnieuw de aangedane teruggetrokken en strategische overlevingsdelen van de eerste. Etc.
Het gaat niet aan één van beiden aan te wijzen als de aanstichter van deze interactie – dit gebeurt feitelijk voortdurend, maar sluimerend. Tot het doorbreekt naar het bewustzijn bij één van beide.
Mogelijke aanleiding: vermijding
Zo’n ‘rampzalige’ interactie kan bijvoorbeeld op gang komen ten gevolge van het vermoedden en vermijden van opkomende gevoelens van verliefdheid of seksuele aard. Op zich niet vreemd, omdat innige vriendschap net zo opgetogen en euforisch kan voelen als verliefdheid.
Je zou, vanuit het ‘aanvoelen’ van je ‘beperkte versie’, elkaars woorden en andere uitingen of anders kunnen gaan interpreteren als tekens van dat het ‘meer’ is. Er kunnen twijfels aan de eigen gevoelens zijn – schuld- en schaamtegevoelens komen op. Je gaat ‘de indruk’ vermijden, over-voorzichtig worden, een stapje terug zetten. Het vaker met elkaar hebben over wat het vooral niet is dan over wat er wèl is. Het één en ander gevoed ook door de spanning die de onderlinge intimiteit in jezelf teweeg brengt. Deze ook weer ‘conventieel’ gaan interpreteren – als hechtingsangst dan wel (‘gevaar’ op) verliefdheid of seksueel verlangen.
Dat alles juíst vanuit (reflexmatige) zorg, liefde en respect voor elkaar en de innige vriendschap.
Het gevolg kan dan zijn dat één van beiden zich geleidelijk, stilletjes, uit de innigheid terug trekt, terwijl de ander dar nog middenin is. Wat de ander natuurlijk aanvoelt.
Die begint zich dan op zijn/haar beurt hyper-kwetsbaar te voelen. Kan vervolgens overvallen worden door verlatingsangst (of -verdriet). Vanuit die verlatingsangst komen nog sterkere ‘donkere’ gevoelens op, zoals: zwaarmoedigheid, onzekerheid en hunkering naar bevestiging en troost. Of afstand nemen.
Hoe dan de innigheid te bewaren?
Het is dus zaak deze ‘duivelse dialoog’ (in de beeldtaal van Dr. Sue Johnson in Houd me vast) en de verwondingen van jezelf en de ander te gaan doorzien, te begrijpen en – ieder voor zich – te helen aan elkaar. Heling van jezelf, van de ander en van de gezamenlijke innigheid.
Dat bestaat uit:
- De geraaktheid bespreekbaar maken – zelfs in de ruwe, nog onverwerkte vorm – en er tegelijk zelf mee aan de slag te gaan (er liefdevol bij blijven tot er weer vrije communicatie met het aangedane deel mogelijk is);
- De wederzijdse bereidheid om door de ruwheid van de emotie van de ander heen te kijken, te voelen – en de eigen interacties/reacties daarbij ook te onderzoeken;
- Elkaar mee te nemen in het eigen verwerkingsproces, terwijl je het de ander gunt om de pijn die jij blijkbaar triggert volledig te laten doorvoelen en te laten zien. Af te zien van verdediging, verontschuldiging, etc., hoe onterecht dat ook mag voelen.
Innig blijven – ook als het pijn doet
Dan nóg kunnen er periodes zijn dat het even zo heftig is, dat er de behoefte is bij één of beiden om tijdelijk wat afstand te nemen.
Ook dan is het belangrijk om innig te blijven en innigheid te communiceren. Dus benadrukken dat het goed komt, dat het op diep niveau goed is tussen beide. Dat er compassie en zorg is. Dat er het verlangen is om de bedding van innigheid en vriendschap niet te willen verlaten. Dat wil gezegd en gehoord, getoond en gevoeld worden.
Want afstand is het laatste wat je ècht wil.
Dus: innig blijven – juist ook als het pijn doet.
Het gezamenlijk koesteren van de innigheid, de intimiteit op Zijnsniveau, helpt om die botsingen een koesterende, troostende en verzachtende bedding, holding te geven. Als een reactorvat bij kernfusie – daarbinnen te groeien als mens-in-relatie.
Mijn worsteling
Als ik dit schrijf bevindt mijn eigen innige vriendschap zich weer in zo’n fase. Het doet pijn. Het verdriet is moeilijk te dragen. De hartkloppingen zijn terug, mijn lijf is gespannen.
Een verbroken/brekende innige vriendschapsband kan minstens zoveel pijn kan doen als liefdesverdriet. Dat zien we in de prachtige film Close van de Belgische regisseur Lukas Dhont. Over een innige vriendschap tussen twee jongens van 13. In de wielen gereden door conventies en verwachtingen omtrent mannelijkheid, seksualiteit en affectieve relaties. Leidend tot een drama dat intense verwerking en vergeving vraagt.
Ik probeer er voor het aangedane jongetje in mijzelf te zijn. Een jongetje dat zich verlaten voelt, een vreemdeling op deze wereld. Zo graag vastgehouden wordt en zachtjes gewiegd – precies zoals ik mij voelde toen ik burn-out was. Zo houd ik het in gedachten vast op de momenten dat ik weer even in staat ben om boven mijn gevoelens uit te stijgen. Als mijn wijsheid terugkomt, groeit.
Breken is óók openen van het hart
Tussen de emotionele ups en downs door merk ik, dat het verder ontluiken van mijn hart verder gaat. Sessies met cliënten, ook mensen die ik voor de eerste keer zie, gaan nog eens dieper dan voorheen. Ik zie hun hart, hun diepste Zijn en Zelf, dóór hun verstriktheid en worsteling heen. Hoe mooi en krachtig, zacht en moedig tegelijk zij van binnen, nu al, zijn. Voel ik compassie en ontroering als ik bij hun hart ben.
Niet op de laatste plaats: ik merk hoe intens ik van mijn vrouw en onze liefde geniet, hoe fijn we het met elkaar hebben. Hoe mijn gevoeligheid groeit, een vloek maar ook een zegen.
Bereidheid de vriendschap te offeren
Ik vertrouw op de innigheid van onze vriendschapsband. Op de wijsheid en goedheid van haar hart, en mijn kracht en vermogen om mijn kant aan te gaan …
… zeg ik tegen mezelf … en tegelijk ben ik bang haar te verliezen. Verdrietig, boos soms ook. En schaam ik mij, voel ik mij schuldig. Een rollercoaster.
Ondanks het verlangen en het vertrouwen dat er is, is het niet gezegd dat onze vriendschap het redt. Deze keer misschien wel, maar dan misschien de volgende keer niet.
Het vraagt steeds opnieuw inzet en offers. Af te zien van het proberen om invloed op de ander uit te oefenen bijvoorbeeld. Het vraagt zelfs de innerlijke bereidheid om een breuk of een reductie van de innigheid tot ‘gewone’ vriendschap te aanvaarden. En de gevoelens die dan opkomen te verdragen.
Ook daarin ruimhartig zijn, óók naar de ander, die mij allicht meer dan moe is. En vooral, wat er ook gebeurt: dankbaar zijn. De vriendschap heeft mij zo blij gemaakt, mijn hart nu al zo geopend, dat koester ik.
Geen ‘tot slot’ maar open einde
Die zielsverbinding blijft, wat er ook hier in dit aardse leven verder gebeurt. Zelfs al zou ik haar nooit meer zien, dan nog blijft zij in mijn hart.
Het is momenteel moeilijk voor mij om dit alles te verdragen. Ik voel vooral veel leegte en gemis. Pas als ik haar niet meer zo mis – en het jongetje in mij zich volledig door mij gedragen weet – pas dan vind ik berusting. Zal ik mogelijk de innigheid met mijn hartsvriendin – die voor mij ‘een soort zusje’ is, om Léo in de film Close te parafraseren – hervinden. In wat voor gedaante dan ook.
Dan draai ik maar weer Uncharted van Kensington dat nu zo past. Muziek als balsem, om mijn hart te helpen breken – als in een alchemistisch proces (want dat is het).
“Vernietiging vervolmaakt dat wat goed is; want het goede kan niet verschijnen vanwege dat wat het verbergt. Het goede is minder goed zo lang als het dus verborgen is. De verhulling moet worden verwijderd, zodat het goede vrij kan verschijnen in zijn eigen helderheid.”
– Paracelsus, Hermetic and Alchemical Writings –
Dus: de ramp aangaan. Mijzelf en wat in mij leeft in de ogen kijken. Meebuigen met wat het Leven – en het Innige – van mij wil. Innigheid, een samenZijnskwaliteit. Wordt vervolgd.
© Gerphil Kerkhof | november 2022
Dan nog dit
Jezelf op een diepgaande manier verbinden met een betekenisvolle ander vraagt Zelfbewustzijn. Dat is: vrienden zijn met jezelf, jezelf kunnen zijn in verbondenheid. Dat is de kern van wat Zijngeoriënteerde therapie en coaching beoogt.
Wil jij ook groeien in je vermogen echt bij jezelf èn de ander te zijn? Dan ben ik er graag voor je. Maak gerust eens een afspraak voor een kennismaking, of spring meteen in het diepe met een eerste sessie. Het zal je goed doen.
Benieuwd wat ik verder zoal geschreven heb over relaties? Kijk dan eens hier. Het is beslist niet alleen relevant voor mensen met ADD! Wil je geen artikelen van mij missen, schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief.